Rede van Hare Majesteit Koningin Juliana bij de uitreiking van een vaandel aan het Korps Commandotroepen te Roosendaal, op 22 december 1955.
Ondergeplaatste rede (lijkt orgineel getypt exemplaar te zijn) is plotseling weer opgedoken.
Dit document zal binnenkort ter beschikking gesteld worden aan de Historische Collectie van ons Korps.
Rede van Hare Majesteit
Koningin Juliana
bij de uitreiking van een vaandel
aan het Korps Commandotroepen
te Roosendaal, op 22 December 1955.
"Commandotroepen!
Het is mij een voorrecht U vandaag een vaandel uit te reiken. Ik weet dat ik dit doe aan mannen van de daad, tevens een elite van athleten. Van hen wordt gevergd het nuchtere kennen van een situatie en het opgewassen zijn tegen schier iedere situatie.
De verantwoordelijkheid voor de bevelvoering en de uitvoering der bevelen is zeer groot. Het commando vraagt persoonlijk formaat en de uitvoering daarvan zelfbeheersing. Nodig is het evenwicht in de taakverdeling tussen officier en troep. De wisselwerking tussen hen is zeer belangrijk en ook tussen alle leden van een onderdeel onderling. Men dient volmaakt op elkaar te zijn afgestemd in eenheid van begrip.
Ook wordt er innerlijk evenwicht van ieder Uwer gevraagd naar lichaam en geest. Veel wordt van Uw wil geëist, maar Uw wil verlangt dan ook volmaakte discipline van Uw lichaam. Soms wordt de zwaarste taak aan U opgedragen. Hoe groot is dan ook de uitwerking geweest van het volbrengen van de aan U Commandotroepen gestelde eisen. Uw vaandel legt daarvan getuigenis af. En al staan deze feiten daar niet alle op vermeld, deze daden zijn tot een levende legende geworden, vanaf het ogenblik , dat er Commandotroepen hebben bestaan.
Dit gebeurde in de strijd tegen het bestiale avontuur, dat de laatste wereldoorlog was. Onvergetelijk was Uw aandeel in de bevrijding van ons land. Het geschiedde ook in de strijd tegen het water, onze oude, maar toch geliefde vijand, of ook gevreesde vriend, waarbij het Uw troep gegeven werd, veel leed te voorkomen en te verzachten.
Een eis, die gegrond zou zijn op zucht tot avontuur, wekt geen spontane strijdvaardigheid op, maar speelt op de instincten en drijft tot de houding van morele zelfverdediging. Strijdvaardigheid in de ware zin daarentegen, is het opkomen voor de verdediging van een goede zaak, zoals die van ons overrompeld land was. Offer op offer wordt er gevraagd van al wie zich begeeft in de strijd, die voor de vrede gestreden wordt.
Uw vaandel zal U en hen die na U deel van de Commandotroepen zullen uitmaken, herinneren aan de hoge eis, waaraan gij wilt gehoor geven. Deze is een roep, die steeds beantwoord wordt door U en die U voorgingen en die na U zullen komen, in waarachtig streven naar de hoogste zelfverzaking zonder zelfoverschatting, want zelfoverschatting is een uitwas, die leidt naar avontuur en tenslotte ten val brengt. Maar zelfverzaking voert tot de glorie van de overwinning van de lagere aandriften door de hogere.
Moge dit vaandel U het symbool zijn van de beste idealen, die leven in het Nederlandse volk"